De hunebedden D36 en D37 worden ook wel De Valther Tweeling genoemd. De hunebedden lagen aan de rand van de Kampervenen (een moeras). D37 is minder gaaf dan zijn tweelingbroer, de stenen liggen schots en scheef en er ontbreekt een drietal dekstenen. Er zijn nog twee dekstenen aanwezig, maar deze liggen op de grond. De meeste draagstenen zijn nog aanwezig. Het hunebed is 11,4 meter lang en 3,7 meter breed. De hunebedden liggen in elkaars verlengde. Waarschijnlijk hebben de hunebedden ooit onder één dekheuvel gelegen en liep een prehistorische route vlak langs D37. De ingangen liggen aan de zuidzijde.